≡
Menu
Als je geboren wordt heb je minstens 100 miljard neuronen. Dendrieten (vezels) groeien uit neuronen wanneer je naar iets luistert/ergens over schrijft/ergens over praat/iets beoefent. Dendrieten kunnen alleen maar groeien uit andere dendrieten die er al zijn - vanuit iets dat je al weet. Net als twijgen aan een boom, groeien dendrieten vanaf een tak die je al hebt. Dan zoals twijgen aan een boom een groeien, bouwt kennis zich steeds meer en meer op. Wat denk je dat er gebeurt als er steeds meer takjes (dendrieten) bij komen? Je leert natuurlijk!
Neuronen (breincellen) weten hoe ze dendrieten moeten laten groeien, net zoals je maag weet hoe hij voedsel moet verteren. Door leren groeien dendrieten. Deze nieuwe dendrieten hebben tijd nodig om te groeien; het kost veel oefening voor hen om te groeien. Vervolgens vormen er dan connecties tussen neuronen. Wanneer twee dendrieten dicht tegen elkaar aan groeien vormen zij een contactpunt. Een kleine spleet op dit punt heet een synaps. Informatie wordt vanaf de ene neuron naar de andere gezonden in de vorm van elektrische signalen via de synaps.
Wanneer je leert groeien specifieke dendrieten op zo'n manier dat specifieke neuronen verbonden raken via specifieke synapsen. Als je leert veranderen synapsen van minuut tot minuut. Sommige zijn sterk, andere zijn zwak - zo zwak dat ze geen signaal sturen. Leren zorgt ervoor dat de zwakke synapsen sterk worden. Oefening bouwt dikke dubbele connecties, deze connecties zorgen ervoor dat signalen sneller worden overgedragen. Snelle, sterke connecties zullen een lange tijd meegaan, wat betekent dat je onthoudt wat je hebt geleerd. Versterk jouw geheugen met Multi-Memory!
